2.2 ELEMENTAIRE LUCHTVAART FYSIOLOGIE EN GEZONDHEID
Fysiologie is de wetenschap die de levensverrichtingen van organismen bestudeert. De fysiologie houdt zich bezig met de werking van de stofwisseling en de mechanismen ervan.

Belangrijke onderwerpen binnen de fysiologie zijn:

    1. de werking van de nieren
    2. de werking van het zenuwstelsel
    3. de regulatie van het hart en de bloedsomloop
    4. de longen, de ademhaling en de gasuitwisseling tussen longcapillairen en longblaasjes
    5. de spijsvertering
    6. de stofwisseling
    7. de hormoonhuishouding
    8. de homeostase (het in evenwicht zijn van alle functies in het lichaam, zoals temperatuur, zuurgraad, bloeddruk en ademhaling) en het vermogen van het lichaam dit evenwicht te behouden, ondanks omgevingsinvloeden

Bij de medische keuring voor het vliegen bepaalt de keuringsarts of je lichamelijk en geestelijk geschikt bent om te vliegen. Om dit vast te stellen gaat de arts ongeveer als volgt te werkt:

1. Urine onderzoek  Direct na binnenkomst moet wat urine worden afgestaan en dat wordt  o.a. onderzocht op suikerziekte.

2. Meten bloeddruk De bloeddruk wordt aan de bovenarm op de hoogte van het hart gemeten. Stel dat de bloeddruk 130/80 mm Hg is. Dat betekent dat de bovendruk 130 en de onderdruk 80 millimeter kwikdruk is. De bovendruk is dan gelijk aan de druk van een kolom van 130 mm kwik. De bovendruk is de maximale druk die wordt opgebouwd in de slagader bij het samentrekken van de linker kamer. De onderdruk is het minimum van de druk die optreedt tussen twee samentrekkingen van het hart in, als de linker hartkamer zich weer vult met bloed. Een bovendruk tussen 100 en 139 en een onderdruk tussen 60 en 89 wordt als normaal beschouwd. Wanneer de bloeddruk tijdens het medische onderzoek boven de 160/95 mm Hg blijft dan is er sprake van hoge bloeddruk en dan wordt je medical niet verlengd. Bij een bloeddrukwaarde lager dan 90/60 mm Hg is er sprake van lage bloeddruk. De bloeddruk wordt in rust gemeten. De bloeddruk kan namelijk in korte tijd snel veranderen. Bij zware arbeid of stress is een hogere bloeddruk normaal. 's Nachts daalt de bloeddruk met een waarde van 10 -20%.  De bloeddruk neemt meestal toe met de leeftijd.

3. Bloedonderzoek / bloedarmoede / cholesterol  Na het meten van de bloeddruk wordt een buisje met bloed afgenomen. Het hemoglobinegehalte wordt vastgesteld om te bepalen of er sprake is van bloedarmoede. Bij bloedarmoede is het vermogen van het bloed om zuurstof te transporteren verminderd, waardoor klachten als vermoeidheid en duizeligheid kunnen ontstaan. Bloedarmoede kan bijvoorbeeld een gevolg zijn van te weinig ijzer in het voedsel. Voorbeelden van ijzerhoudend voedsel zijn: vlees, eigeel, vis, donkergroene bladgroenten, peulvruchten, noten, melk, tomaten en worteltjes.

4. Invullen van de verklaring omtrent ziektehistorie en invullen van het aantal starts en vlieguren in het afgelopen jaar.

De LAPL medische eisen zijn te vinden via deze link. (blz 41 tm 48)

5. Bepalen BMI Op de keuring wordt je gewicht en jouw lengte genoteerd. Dat is nodig om jouw BMI (Body Mass Index) te bepalen. BMI geeft de verhouding weer tussen je gewicht en de lengte van je lichaam. Ben je te dik of te dun? De BMI zegt iets over het risico dat je gewicht oplevert voor je gezondheid. Je kunt je BMI als volgt berekenen (G/l2). Noteer je gewicht in kilo's en je lengte in meters. Deel je gewicht door je lengte in het kwadraat. Om te bekijken of jouw BMI goed is of beter kan, ga dan naar bijvoorbeeld de BMI-meter van de site van de hartstichting. Zie: http://www.hartstichting.nl/gezond_leven/bmi_berekenen/

6. Meten longinhoud Op de keuring wordt je gevraagd om zo diep mogelijk in te ademen en daarna zo diep mogelijk uit te ademen in een slang. Een gezonde volwassene heeft een longinhoud van ±6 liter. Bij normaal in- en uitademen gebruik je maar 0,3 liter  Bij heel diep in- en uitademen kun je ongeveer 4,8 liter maximaal inademen. Het lukt nooit om de longen helemaal leeg uit ademen. Er blijft altijd ongeveer 1,2 liter achter in de longen.

7. Oogtest  Bij de oogtest wordt getest hoe scherp je (met en zonder bril) kunt zien. Het dragen van een bril, contactlenzen of een multifocale bril is toegestaan. Tevens wordt je gezichtsveld (dat wat we zien zonder ons hoofd of de ogen te bewegen) getest.

8. Gehoortest Bij de gehoortest krijg je een koptelefoon op en in de koptelefoon krijg je afwissend een hoge of een lage toon te horen. De toon wordt van zwak naar luider weergegeven. Zodra je de toon hoort  moet je op een knop drukken. Wanneer je elk jaar naar dezelfde arts gaat dan kun je in je medisch dossier zien of je gehoor achteruit gaat en of dat afwijkend is voor je leeftijd.

9. Electro Cardiogram

Vervolgens wordt er een Electro Cardiogram in rust gemaakt. Een Electro Cardiogram is een registratie van de elektrische activiteit van de hartspier. De arts kan hier veel informatie uit halen om te beoordelen of het hart goed werkt.

 

10. Onderzoek door de arts Tenslotte word je door de (vlieger)arts onderzocht. Hij bekijkt de resultaten van het onderzoek en hij beslist of je medical vernieuwd wordt.

 

Dirk Corporaal, laatste update 10-12-2018