4.7 COMMUNICATIE OP ZWEEFVLIEGKANALEN

De spraakcommunicatie van de burgerluchtvaart vindt voornamelijk plaats in de VHF-band en wel in het frequentiegebied van 118 MHz tot 136.975 MHz.

Voor piloten die zich buiten de lokale kegel van een vliegveld bevinden, zijn er 3 air-to-air radiokanalen beschikbaar voor overlandvluchten binnen België:

  • 122,385
  • 126,810
  • 135,235

Deze kanalen mogen gebruikt worden binnen de landsgrenzen van België, tot een maximale hoogte van FL100. Eénmaal buiten de Belgische landsgrenzen, dien je over te schakelen op één van de beschikbare kanalen voor het betreffende land.

Er werden ook 2 Europese air to air kanalen vastgelegd en gepubliceerd in onze AIP. De implementatie over heel Europa is voorzien tegen 2028. Hier mag je de kanalen dus al gebruiken, maar check de AIP van het land waarin je vliegt om na te gaan of ze ook daar al gebruikt mogen worden.

Deze kanalen zijn:

  • 123,065
  • 123,135

Voor Nederland zijn dit de kanalen 122.480; 122.505; 123.355; 123.380; 123.505; 129.980 en 130.130.

Vlieg je in Duitsland dan zijn er 2 landelijke kanalen beschikbaar voor air-air communicatie. Dat zijn: 122.540, en 122.555 en 10 regionale.

De zweefvliegfkanalen zijn er voor het verhogen van de veiligheid. Wanneer je deze kanalen steeds bezet houdt en gebruikt als babbelbox, dan benadeel je clubs die alleen dankzij een goede radio-communicatie mogen vliegen en je brengt de veiligheid in gevaar. Een paar voorbeelden:

  1. Indien een leerling zweefvlieger een technisch mankement ondervindt, kan hij via deze frequentie mogelijk advies van zijn instructeur inwinnen.
  2. Constant geklets op de zweefvliegfrequenties leidt de aandacht van het vliegen af. Sommige zweefvliegers zetten de radio zachter om minder gehinderd te worden. Soms missen ze belangrijke informatie doordat de frequentie zonder noodzaak bezet gehouden wordt of hun radio te zacht staat.

Een korte conversatie met je “maten” is uiteraard toegestaan op deze frequenties, maar houd de berichten kort en bondig. Het gebruik van deze frequenties is gebaseerd op onderling fatsoen.

Voor noodoproepen is de internationale noodfrequentie 121.500 MHz gereserveerd. Deze frequentie wordt beluisterd door de Search And Rescue (reddingsdiensten) van  de luchtverkeerscentra en de meeste verkeersvliegtuigen.

Voor een vlucht met een motorzwever naar het buitenland is een ELT verplicht (Emergency Locator Transmittor). Als een vliegtuig met een ELT een ongeval krijgt dan zal dit systeem een alarmgeluid uitzenden op de noodfrequentie. De reddingsdiensten kunnen het vliegtuig dan vinden.

A guide to phraseology for general aviation pilots

Op onderstaande link kun je een pdf bestand downloaden met nuttige radio-communicatie tips. Bovendien staan er links bij waarbij je radioboodschappen ook kunt beluisteren. Download deRadiotelephony-guidevan EGAST  Zie: https://easa.europa.eu/essi/egast/wp-content/uploads/2011/03/EGAST_Radiotelephony-guide-for-VFR-pilots.pdf

 

We use cookies

Wij gebruiken cookies op onze web site. Sommigen zijn essentieel voor het correct functioneren van de site, terwijl anderen ons helpen om de site en gebruikerservaring te verbeteren (tracking cookies). U kan zelf kiezen of u deze cookies wil toestaan of niet. Let op dat als u onze cookies weigert mogelijk niet alle functies van de site beschikbaar zijn.