4.1 BEGRIPPEN

Om elkaar goed te begrijpen dient een vlieger op de hoogte te zijn van een aantal begrippen en principes van de luchtvaart.  

Meteorologie:

VMC      

Zeg: Vie-Em-Cie Visual Meteorological Conditions  Bij het vliegen in VMC vlieg je op zicht. Je zit dus niet in de wolken en bij het zweefvliegen kun je de grond constant zien.

VFR Zeg: Vie-Ef-Aar Visual Flight Rules Bij het VFR vliegen, volg je de regels van het vliegen op zicht. Deze regels vind je per luchtruim onderop de ICAO navigatie kaart of in de AIP (Aeronautical Information Publication) Dit is een informatiepakket dat per land wordt uitgegeven zie https://ops.skeyes.be/
Special VFR Special Visual Flight Rules Dit zijn speciale regels die per vliegveld verschillen, waarbij je onder de VFR weerlimiet nog steeds op zicht mag vliegen. Vaak wordt dit gebruikt voor het trainen in het circuit bij marginaal weer.
IMC Zeg: Ei-Em-Sie Instrument Meteorological Conditions Je vliegt op je instrumenten, buiten zie je niet constant de grond en je voldoet niet aan de VFR zichtlimieten. Je hebt je instrumenten nodig om veilig te blijven vliegen. Dit is niet toegestaan voor zweefvliegen of motorzweven!
IFR Zeg: Ei-Ef-Aar Instrument Flight Rules Bij het IFR volg je de regels van het vliegen op je instrumenten. Als het weer buiten de limieten van VFR is, dan is IFR de enige mogelijkheid. Dit is niet toegestaan voor zweefvliegen of motorzweven!
ATIS Militaire velden geven doorgaans een 12 uurs TAF uit.Zeg: Ee-Tis Automatic Terminal Information Service Start- en landingsinformatie die constant wordt uitgezonden via een radiofrequentie. Een ATIS wordt elk halfuur vernieuwd tenzij er plotseling belangrijke veranderingen zijn. Zie 4.4.1. voor meer informatie over de ATIS.
VOLMET Meteorological Information for Aircraft in Flight. Weerinformatie voor vliegtuigen in de vlucht (zie 4.4.1.) bevat METAR en SPECI.
METAR Meteorological Aerodrome Report. Het actuele weerrapport dat door een vliegveld om de 30 minuten of 60 minuten wordt uitgegeven.
SPECI Special weather report. Betekent: speciaal weerrapport. Een SPECI wordt gemaakt als er significante (duidelijk meetbare) verslechtering of verbetering in het weer van een vliegveld plaats vindt. Het is opgesteld zoals een METAR.
TAF Terminal Aerodrome Forecast. Een 9, 24 -of 30 uren weersvoorspelling (soms zelfs langer) voor een vliegveld.Militaire velden geven doorgaans een 12 uurs TAF uit.

 

 

SIGMET

Significant Meteorological Information. Weerrapport dat waarschuwt voor gevaarlijke weersverschijnselen onderweg. Bijvoorbeeld: onweer, ijsaanzetting, turbulentie, vulkanische as, enzovoorts.
RVR Zeg: Aar-Vie-Aar Runway Visual Range De afstand waarover een vlieger over de centerline (=middellijn) van de baan de markeringen of lampen kan zien.
Visibility        Laagste zichtwaarde gemeten in alle richtingen (360°), deze waarde is altijd lager of gelijk aan de RVR. Het vaststellen van de RVR’s gebeurt tegenwoordig op de “westerse velden” met een apparaat dat bestaat uit twee units op 10-20 meter van elkaar. De ene unit zendt een gecodeerd lichtsignaal naar de andere unit. Eventueel lichtverlies wordt gemeten en uit berekening volgt dan de RVR. 
NOSIG No Significant Change, geen significante veranderingen. Dit betekent dat het weer in de komende twee uren niet erg verandert.
BECMG Betekent en uitgesproken als: Becoming. In de komende twee uren verandert het weer naar…
TEMPO Betekent en uitgesproken als: Temporary. In de komende twee uren, voor een periode van maximaal één uur verandert het weer naar… Voorbeeld uit Digitale ATIS (zie 4.4.1.): “TEMPO TSRA” , dit betekent in de komende twee uren, voor een periode van maximaal één uur onweer met stevige regen.

Hoogtemeterinstellingen BE

Altitude is de verticale afstand tussen een vliegtuig en zeeniveau. Height is verticale afstand tussen een vliegtuig en het onderliggende terrein.

Hoogtemeting

Altitude (ALT) 

Beneden de Transition Altitude (zie hieronder)wordt de altitude uitgedrukt in voeten, daarboven in flightlevels waarbij het transitionlevel het laagst bruikbare flightlevel is.      

Altimeter setting Dit is de druk die je in de subscale (kleine venster) van je hoogtemeter draait. Het instrument geeft op basis van deze druk aan op welke hoogte je vliegt. Voor de luchtverkeersleiding is het belangrijk dat iedereen in een bepaald stuk luchtruim of onder een bepaalde hoogte (zie Transition Altitude) dezelfde setting heeft. Dit is belangrijk omdat de verkeersleiding bij het toewijzen van hoogtes aan vliegtuigen een bepaalde onderlinge afstand wil houden.
QNH (zeg:, Kju-En-Eetsj), QNH is de luchtdruk op het veld die volgens de standaardatmosfeer is herleid naar de druk op zeeniveau . 
QNE/Standard Altimeter (zeg: Stendard-Altimeter) Dit is de druk van de standaardatmosfeer op zeeniveau.. Zet , 1013.25hPa in de subscale van de hoogtemeter om de hoogtemeter op QNE te zetten.Op een bepaalde hoogte schakel je van de QNH om naar 1013.25hPA (zie Transition Altitude).
QFE (zeg: Kju-Ef-Ie), QFE is de druk op veldniveau. De meeste zweefvliegers zijn gewend deze druk te gebruiken (bij de cockpitcheck de hoogtemeter op nul zetten). Door de hoogtemeter op nul te zetten, draai je eigenlijk de QFE in de subscale. Als je ergens naar toe gaat, of als je een lange vlucht maakt, is dit geen handige instelling. QFE wordt buiten het zweefvliegen dan ook bijna niet gebruikt.
Transition Altitude Dit is de hoogte waarop stijgend verkeer 1013.25hPa in de subscale van de hoogtemeter behoort te zetten. In België is de transition altitude vastgesteld op 4500 voet.
Transition Level Het flight level waarop dalend verkeer over moet gaan op de plaatselijke altimeter setting (QNH).

Flight Level (FL)

FL is de hoogte in honderdtallen voeten, waarvan het laatste cijfer een nul of een vijf is en waarbij de hoogtemeter op de standaarddruk op zeeniveau is ingesteld (1013 hPa).

 

Tijd

ETA                 Zeg: Ie-Tie-Ee  Betekent: Estimated Time of Arrival. Dit is je verwachte aankomsttijd boven een bepaald punt. 
UTC Zeg: Hjoe-tie-sie  Alle tijden in de luchtvaart zijn in UTC (Co-ordinated Universal Time) ofwel een gecoördineerde wereldtijd. Dit is een standaardtijd gebaseerd op een atoomklok en deze tijd verschilt in de zomer 2 uur en in de winter 1 uur met de Nederlandse tijd. Deze tijd wordt ook wel “Zulu time” genoemd.

Algemeen

Aeronautical Mobile Service Dit is een vrij ingewikkelde term. De officiële definitie is: Een mobiele dienst van aeronautical stations (grondstation) en aircraft stations (luchtvaartuigen), of luchtvaartuigen onderling. Waarin hulpverleningsvoertuigen/luchtvaartuigen meedoen en ook noodbakens (zie ELT) mogen uitzenden op de daarvoor aangewezen spoed– en noodfrequenties. Samengevat kun je dit zien als de gehele luchtvaartdienstverlening.                      
Aeronautical Station Een grondstation dat luchtvaart dienstverlening levert in de aeronautical mobile service. Zo’n station kan een verkeerstoren zijn, maar ook een boorplatform of schip op zee.
Aircraft station Een luchtvaartuig uitgerust met een radio.
AIS Aeronautical Information Service  De luchtvaart informatiedienst die verantwoordelijk is voor de uitgave van de AIP (zie onder), de NOTAM’s (zie onder), AIC’s (zie onder) en tijdelijke aanvullingen (supplements) op de AIP. 
AIP Aeronautical Information Publication  Dit is een uitgave van de AIS van een land en bestaat uit 3 onderdelen. GEN (general = algemeen), de nationale regelgeving. ENR (enroute = onderweg), de regelgeving tijdens het vliegen. AD (aerodrome = vliegveld) de regelgeving en procedures per vliegveld. Te vinden op https://ops.skeyes.be/
AIC Aeronatical Information Circular  Een aanwijzing met betrekking tot de vliegveiligheid, navigatie, technische administratie en regelgeving die niet aan de eisen voor de publicatie van een NOTAM voldoet.
FIR Flight Information Region Dit is een gebied waar FIS (zie onder) en alerting service (=behandeling van noodoproepen) aangeboden wordt. Voor België en Luxemburg is er maar één FIR, de Brussels FIR.
FIS Flight Information Service  Informatiedienst voor vliegtuigen in de vlucht. Zo heb je in Belga Information (militair) en Brussels Information die VFR vliegers advies geven over zaken zoals het luchtverkeer, het weer en de status van je vliegplan.
ATC Air Traffic Control  Kortweg de luchtverkeersleiding
ATZ Aerodrome Traffic Zone  Dit is een klein gebied rond een luchthaven (vaak in een militaire CTR) dat bescherming biedt aan startende en landende (zweef)vliegtuigen.
CTR Control Zone   Een gebied rond een vliegveld dat onder controle staat van de lokale verkeersleiding.
TMA Terminal Control Area  Een TMA is een naderingsverkeersleidingsgebied  rond en boven een CTR waarin vertrekkend en naderend verkeer naar een luchthaven wordt gecontroleerd
Flight Plan Vliegplan  Een vliegplan is een document dat een piloot moet indienen wanneer hij met een TMG een vlucht naar het buitenland of naar een gecontroleerd vliegveld maakt. De voorwaarden staan in de AIP (zie AIP). Voor langere overlandvluchten met een motorzwever is het sterk aanbevolen een vliegplan in te dienen, omdat dit de Search And Rescue (zie SAR) kan helpen in geval van nood.
SAR Search And Rescue  Dit is de overkoepelende term voor alle hulp– en reddingsdiensten.
SSR Secondary Surveillance Radar  Een radarsysteem (Radar = radio detection and ranging) dat gebruikt wordt door de luchtverkeersleiding om Mode S (zie 4.2.3.) transponders te ontvangen en de positie van vliegtuigen te bepalen.
VHF Very High Frequency  Dit is de frequentieband (golflengte) waarop de luchtvaart uitzendt. In de grote luchtvaart wordt ook de HF – high frequency gebruikt voor een nog groter bereik. De frequenties die door de luchtvaart gebruikt worden, liggen tussen de 108 MHz en de 137 MHz. Hierin geeft MHz (megahertz) de frequentie aan. 108 MHz tot en met 118 MHz wordt gebruikt door radiobakens die we met zweefvliegtuigen en motorzwevers niet gebruiken. 118 MHz tot en met 137 MHz wordt gebruikt voor Aeronautical Mobile Service, gesproken (“voice”) communicatie.
GPS Global Positioning System  Een satellietsysteem dat eigendom is van en ontwikkeld is door het Amerikaanse leger. GPS is, naast kaartlezen, tegenwoordig het voornaamste navigatiemiddel bij het zweefvliegen en motorzweven.
ELT Emergency Locator Transmitter, ofwel een noodbaken dat na een crash, automatisch of via handmatig aanzetten, een alarmsignaal uitzendt op 121.500 MHz (de internationale noodfrequentie) en op 406 MHz naar satellieten.
NOTAM Notice to Airmen  Een NOTAM bevat een waarschuwing of aanwijzing. Een waarschuwing voor vogels, kapotte vliegveldverlichting, gesloten startbanen en taxibanen, defecte radiofrequenties, enzovoorts. Het kan ook een wijziging zijn in de tekst van de AIP die nog niet in de AIP verwerkt is. Deze zijn terug te vinden op https://ops.skeyes.be/ onder PIB Preflight Information

Simplex

Communicatie waarbij enkel in één richting verzonden wordt. Dit is van toepassing bij een “broadcast” (= uitzending) van een ATIS of ander bericht wat niet aan een specifiek station gericht is.

 

De Taal 

Engels is de standaard taal in de luchtvaart. Communiceren we op de zweefvliegfrequenties dan mogen we onze eigen taal gebruiken. Gebruik je de andere luchtvaartfrequenties dan moet je een RT-bevoegdheid hebben.

EASA stelt dat voor het bedienen van een luchtvaartradio een LPE vereist is. Een LPE is een Language Proficiency Endorsement, een verklaring dat je de radiotaal beheers. Het LPE is verplicht voor ‘Aeroplane-, helicopter-, powered-lift- and airship pilots’. Een zweefvliegtuig (sailplane) is conform de EASA definities geen ‘aeroplane’, maar een ‘aircraft’. Hierdoor is het voor zweefvliegers niet verplicht om een LPE te hebben.

De RT-bevoegdheid is een nationale bevoegdheid die op het SPL bijgeschreven mag worden. Zweefvliegers met een RT-VFR only mogen communiceren met de verkeersleiding (Air Traffic Control) en met luchtverkeer informatie diensten (Flight Information Services) tijdens VFR vluchten.

Zonder RT bevoegdheid mag je alleen communiceren op de ‘vrije’ recreatieve frequenties en op die van ongecontroleerde vliegvelden. Dit geldt ook voor zweefvliegen buiten België.

 

Spellingsalfabet

In de luchtvaart kennen we een eigen alfabet en worden sommige cijfers voor de duidelijkheid anders uitgesproken dan in normaal Engels. Dit alfabet staat bekend als het fonetisch alfabet. Hieronder zie je dat alfabet met daarnaast de uitspraak. De lettergreep die onderstreept is krijgt de klemtoon. De uitspraak is als volgt...

  Spelling Uitspraak      Spelling Uitspraak
A ALFA AL-FA   N NOVEMBER NO-VEM-BER
B BRAVO BRA-VO   O OSCAR OS-CAR
C CHARLIE CHAR-LIE   P PAPA PA-PA
D DELTA DEL-TA   Q QUEBEC KEH-BECK
E ECHO É-KO   R ROMEO RO-ME-O
F FOXTROT FOX-TROT   S SIERRA SEE-AIR-RA
G GOLF GOLF   T TANGO TENG-GO
H HOTEL HO-TEL   U UNIFORM YOU-NI-FORM
I INDIA IN-DIA   V VICTOR VIK-TOR
J JULIETT DJOE-LIET   W WHISKY WIS-KIE
K KILO KI-LO   X X-RAY EKS-RAY
L LIMA LI-MA   Y YANKEE JENG-KEY
M MIKE MAAIK   Z ZULU ZOE-LOE

Cijfers en getallen

Hieronder zie je de uitspraak van de cijfers en de getallen. Alle getallen die worden gebruikt voor de roepnaam van een luchtvaartuig, de koers, de baan, de windrichting en de snelheid daarbij wordt elk cijfer afzonderlijk uitgesproken. Bij de uitzending van transpondercodes wordt elk cijfer afzonderlijk uitgesproken, behalve als de transpondercode uitsluitend uit volledige duizendtallen bestaat; in dat geval wordt de informatie uitgezonden door het cijfer van het duizendtal uit te spreken, gevolgd door het woord „THOUSAND”. De getallen hundred en thousand worden alleen gebruikt bij het aangeven van de hoogte of het zicht bij alle getallen die volledige honderd- of duizendtallen bevatten. Getallen die uit meer dan één cijfer bestaan worden één voor één uitgesproken .

  cijfer uitspraak voorbeeld  
0 ZERO ZE-RO   . DAY-SEE-MAL
1 ONE     30 TREE ZERO
2 TWO     75 SEVEN FIFE
3 THREE TREE   100 ONE HUNDRED (of 100 in geval van een heading)
4 FOUR FOW-er
  1000 ONE THOUSAND
5 FIVE FIFE   PH-731 PAPA HOTEL SEVEN TREE ONE
6 SIX     FL 95 FLIGHT LEVEL NINER FIVE
7 SEVEN     090° HEADING ZERO NINER ZERO
8 EIGHT     SQUAWK 7000 SQUAWK SEVEN TOU-SAND
9 NINER NEI-NER   SQUAWK 7001 SQAUWCK SEVEN ZERO ZERO ONE
. DECIMAL DAY_SEE_MAL   123.355 ONE TWO TREE DAY_SEE_MAL TREE FIVE FIVE
100 ONE HUNDRED HUN-dred      
1000 ONE THOUSAND TOU-SAND      

 

Standaardwoorden

Bij luchtvaartcommunicatie worden de volgende standaardwoorden gebruikt: 

 Term  Uitspraak  Betekenis
Negative Nè-ga-tif Nee, niet (ontkenning)
Affirm Ee-firm Ja (bevestiging)
Unable Un-Eebel Kan niet, mag niet, wil niet
Wilco Wil-ko Ik zal dat doen. Wilco betekent: Ik begrijp het bericht en zal het uitvoeren.
Standby Stend-bij Wacht (niet op reageren, ik ben bezig)
Roger Rot-sjer Ik heb je bericht ontvangen
Say again Zee-a-gên Herhaal bericht
Confirm Kon-furm Kun je bevestigen dat..?
How do you read   Hoe goed kun je me verstaan (zie uitleg hieronder)
Radio check   Kun je bevestigen dat mijn radio goed werkt?
Acknowledge Ek-nolledsj Laat  me weten dat je dit bericht ontvangen en begrepen hebt
Cleared to Kleerd toe Geklaard om.. (toestemming om)
Recleared Rie-kleerd Klaring gewijzigd, je nieuwe klaring is…
Approved Ap-proeft Je hebt toestemming
Maintain Meen-teen Ga door met de afgesproken klaring (Vb.: “Maintain   speed …”)
Cancel Ken-sel Annuleer de eerder gegeven klaring
Correction Korrektsjon Ik heb het fout gezegd, het juiste bericht is….
Disregard Dis-rie-gaard Negeer mijn bericht en beschouw als niet verzonden
Contact Kon-tekt Neem contact op met
Monitor Monnie-tor Luister de volgende frequentie uit, maar neem geen contact op
Break break breek breek Dit is een bericht aan een tweede station, het is druk
Break breek Nu komt het tweede deel van mijn bericht
Read back Riet-bek Herhaal alles van mijn bericht exact zoals ontvangen
Report Rie-pôrt

Geef me de volgende informatie

 

Testprocedure (radio-check)

Soms komt het voor dat een station vraagt hoe goed je het bericht ontvangen hebt, dit gaat dan met de volgende zin “How do you read? Je beantwoordt de vraag dan met een cijfer op de Readability scale van 1 t/m 5": 

Scale Readability Betekenis
1 Read you one   niet te verstaan
2 Read you two zo nu en dan te verstaan
3 Read you tree verstaanbaar, maar met moeite
4 Read you four verstaanbaar
5 Read you five perfect te verstaan 

 

Verkeersleidingsdienst of Air Traffic Control Service

Dienstverlening met het doel:

  1. Aanvaringen of botsingen tussen luchtvaartuigen te voorkomen;
  2. Botsingen tussen luchtvaartuigen en hindernissen op het manoeuvreerterrein te
    voorkomen;
  3. Een ordelijk en snel verloop van het luchtverkeer te bevorderen en te onderhouden.

De Air Traffic Control Service is beschikbaar in gecontroleerd luchtruim en op gecontroleerde vliegvelden, en wordt als volgt onderverdeeld:

Clearance delivery (CLR)
Geeft op grote vliegvelden airway en start-up clearance aan de IFR vluchten.
Call sign: DELIVERY

Ground control (GND)
Coördineert de bewegingen op het vliegveld en de taxiwegen.
Call sign: GROUND

Aerodrome control (TWR)
Regelt visueel het verkeer in de onmiddellijke omgeving van het luchtvaartterein, meestal
een CTR.
Call sign: TOWER

Approach control (APP)
Is verantwoordelijk voor de gecontroleerde VFR en IFR vluchten die een luchtvaartterein
naderen of ervan vertrekken.Call sign: APPROACH

Arrival (ARR)
Wanneer de controle gebeurt met behulp van een secondary radar (SSR) kan de approach control opgedeeld zijn in een Arrival en een Departure control.
De Arrival verzorgt de separatie tussen de vliegtuigen in de eindnadering.
Call sign: ARRIVAL

Departure (DEP)
Departure verzorgt de separatie tussen de vertrekkende vliegtuigen.
Call sign: DEPARTURE

Area control (ACC of UAC voor het UIC)
Controleert het vliegverkeer in gecontroleerde gebieden zoals de CTA, AWY en upper AWY.
Call sign: CONTROL

skeyes canac