8.7 HANDBOEKEN EN DOCUMENTEN

Dit hoofdstuk gaat voornamelijk over de technische “papieren” aan boord van het zweefvliegtuig. Naast het vlieghandboek, zijn dit het Journaal, het BvI, het ARC, de radiovergunning, het weegrapport, het verzekeringscertificaat en, in het geval van een aanwezige motor die geschikt is voor een zelfstart, het geluidcertificaat. Hoofdstuk 8.8 zal dieper ingaan op de onderhoudsgerelateerde documenten. Hieronder wordt met name aandacht besteed aan het vlieghandboek en slechts kort aan de overige boorddocumenten.

8.7.1 Vlieghandboek

Bij elk zweefvliegtuig hoort een goedgekeurd vlieghandboek dat aan boord kan worden opgeborgen. Het vlieghandboek geeft uitleg over het veilig gebruik van het zweefvliegtuig. Het navolgende overzicht geeft een voorbeeld-indeling van een willekeurig vlieghandboek.

Algemeen (General)
Omdat er pagina’s kunnen worden aangepast, begint het boek altijd met een overzicht van geldige pagina’s (list of effective pages).

Limieten (Limitations)
Dit zijn operationele limieten betreffende (aangewezen) snelheden, gewichten, zwaartepuntligging, toegestane manoeuvres, belastingfactoren, soort operatie (VFR, wolkenvliegen incl. noodzakelijke apparatuur), startmethoden (kabellengte, breukstuk), motor, waarschuwingsstikkers en gebruik van waterballast.

Normale- en Noodprocedures (Normal and Emergency Procedures)
Operationele gegevens en procedures (normaal en nood) betreffende: de overtreksnelheid, extreem hoogteverlies bij herstel van manoeuvres, tolvlucht eigenschappen, (begin)snelheden voor toegestane manoeuvres, slipeigenschappen tijdens landing, het starten en gebruik van de motor in de lucht, totale hoeveelheid brandstof, gebruik eventuele hoofdsteun en waterballast.

Prestaties (Performance)
Dit is prestatie gerelateerde informatie betreffende de kalibratie van de snelheidsmeter, de gedemonstreerde zijwind (component) en de invloed van afwijkingen van luchtdichtheid en baangesteldheid op de start.

Belading (Weight & Balance / Equipment List)
Belading zoals leeggewicht en de bijbehorende positie van het zwaartepunt. Maar ook informatie over invloed waterballast en andere apparatuur op het zwaartepunt. Let op: Voor een actueel overzicht van gewichten en zwaartepuntligging dient men het weegrapport te raadplegen!

Beschrijving van het zweefvliegtuig en diens systemen (Sailplane and Systems Description)
Hier wordt in dit hoofdstuk niet nader op ingegaan aangezien hier in voorgaande hoofdstukken ruimschoots aandacht aan is besteed.

Omgang, Zorg en Onderhoud (Handling, Care & Maintenance)
Hier wordt onder andere aandacht besteed aan de (de)montage van het zweefvliegtuig en de dagelijkse inspectie.

Supplementen (Supplements)

Op het eind van het handboek bestaat de mogelijkheid om één of meerdere supplementen met extra informatie toe te voegen.

Opmerking
‘Warning’, ‘Caution’ en ‘Note’
In het vlieghandboek wordt gewerkt met standaarduitdrukkingen om voor een specifieke situatie aandacht te vragen. Bij een ‘Warning’ (waarschuwing) zal het niet volgen van de betreffende procedure leiden tot een onmiddellijke of aanzienlijke degradatie van de vliegveiligheid. Bij een ‘Caution’ (pas op) leidt het niet volgen van de procedure (op termijn) tot een degradatie van de vliegveiligheid. Een ‘Note’ (let op) vraagt aandacht voor iets belangrijks of ongewoons dat niet direct is gerelateerd aan de vliegveiligheid.

8.7.2 Overige documenten

Vliegtuiglogboek
In het vliegtuiglogboek wordt het aantal starts en vlieguren bijgehouden. Door dit consequent bij te houden ontstaat een goed overzicht van het aantal uren tot de volgende inspectie. Tevens worden in het vliegtuiglogboek klachten en defecten gemeld. Let op: met een klacht kan gevlogen worden, met een defect niet. Indien een defect niet meteen kan worden verholpen kan deze door een bevoegd technicus op de list met uitgestelde defecten worden geplaatst. Zie voor meer informatie hoofdstuk 8.8.

Bewijs van Inschrijving (BvI)
Het BvI geeft aan dat het zweefvliegtuig staat ingeschreven in het Belgische luchtvaartregister (type, registratie en eigenaar). De inschrijving is eenmalig en wordt pas verwijderd als het vliegtuig weer wordt uitgeschreven. Dit gebeurt bijvoorbeeld na verkoop naar het buitenland of als het toestel definitief niet meer luchtwaardig is.

Airworthiness Review Certificate (ARC)
Het ARC is de opvolger van het “oude” Bewijs van Luchtwaardigheid (BvL). Na een eerste luchtwaardigheidskeuring wordt dit ‘certificaat’ afgegeven. Vervolgens dient er elke 12 maanden een herkeuring plaats te vinden welke moet kunnen worden aangetoond middels een geldig ‘review’ document. Meer hierover in hoofdstuk 8.8 Luchtwaardigheid en Onderhoud.

Onderhoudsverklaring
De onderhoudsverklaring is een document waarin staat vermeld wanneer het volgende, geplande onderhoud dient te worden uitgevoerd. Dit kan zijn op datum of op vlieguren. Zie ook hoofdstuk 8.8 Luchtwaardigheid en Onderhoud.

Vergunning gebruik recreatieve luchtvaartfrequenties
Communicatie- en navigatieradio’s in luchtvaartuigen maken gebruik van een deel van de beschikbare radiofrequentieruimte. Voor dit gebruik is per luchtvaartuig een radiocertificaat vereist. Onder deze vergunning valt ook het gebruik van de transponder, maar niet van een eventueel noodbaken, de z.g. Emergency Locator Transmitter (ELT). Los van het radiocertificaat bij het zweeftoestel, moet de piloot ook in het bezit zijn van een "beperkt bewijs van radiotelefonist" als hij de radio wil gebruiken;

Weegrapport
Het weegrapport geeft actuele informatie over gewicht en zwaartepuntligging. Dit weegrapport wordt, in tegenstelling tot het ‘weight & balance sheet’ uit het vlieghandboek, wél bijgehouden. Na een belangrijke reparatie of wijziging dient het rapport opnieuw te worden opgemaakt. Afhankelijk van hetgeen de fabrikant voorschrijft is het rapport maximaal 4 à 5 jaar geldig. Meer informatie over de invloed van gewicht op zwaartepunt wordt gegeven in hoofdstuk 8.4 Gewicht en balans.

Geluidcertificaat
Zweefvliegtuigen met een “zelfstarter” als hulpmotor dienen te beschikken over een geluidscertificaat waarin staat aangegeven in welke geluidsklasse zij vallen. Zweefvliegtuigen met een zogenaamde “thuiskomer” als hulpmotor zijn hiervan vrijgesteld omdat deze, op de grond gemeten, weinig tot geen geluid produceren. Deze vrijstelling staat dan weer in een mee te voeren verklaring.

BA verzekeringscertificaat
Dit is het jaarlijkse bewijs dat het zweefvliegtuig verzekerd is voor schade aan derden. Deze BA-verzekering verzekert alle schaden waarvoor je wettelijk aansprakelijk bent, dus niet de schade aan je eigen vliegtuig.